Integriteit verwijst naar de kwaliteit van eerlijkheid, betrouwbaarheid en het handhaven van morele principes in zowel persoonlijk gedrag als professionele activiteiten. Een persoon of organisatie die integriteit toont, handelt op een consistente manier volgens regels die zijn vastgelegd in een gedragscode.
Integriteitsschendingen omvatten diefstal, verduistering, fraude, corruptie, misbruik van bevoegdheden en belangenverstrengeling. In de meeste gevallen worden de organisatiebelangen geschaad, maar integriteitsschendingen kunnen ook het maatschappelijk belang schaden. Daar waar het bijvoorbeeld gaat om misbruik van subsidiegelden voor eigen gewin, wordt het maatschappelijk belang geschaad en spreken we van een misstand. Daarnaast wordt bekeken of de misstand een strafbaar feit betreft. Dit bepaalt hoe verder te gaan met de melding, welke mogelijkheden de melder heeft, wat de consequenties zijn en welke afspraken er gemaakt worden. Degene die de melding doet, is vaak getuige of omstander; we noemen hem of haar ‘de klokkenluider’. De wet biedt de klokkenluider bescherming.